Welke nazorg hebben mijn jonge fruitbomen nodig?

Recent geplante fruitbomen hebben wat extra aandacht nodig, zodat ze hun normale groei kunnen hervatten. Naast een goede bescherming tegen grazend vee of wilde dieren, die je meteen bij aanplant aanbrengt, is het belangrijk om de toestand van je boompjes en het steunmateriaal regelmatig te controleren. Zo kan je tijdig ingrijpen en uitval voorkomen.

 

Verdroging

Als de bladeren slaphangen, vervolgens bruin worden en vanaf de randen verschrompelen, is je fruitboomogelijk aan het verdrogen. Verdroging is de nummer één doodsoorzaak bij nieuwe aanplantingen. Je kan dit voorkomen door water te geven: ongeveer tien liter per boom één keer per week, tijdens extreme hitteperiodes twee keer per week. Doe dit bij voorkeur ’s avonds, zodat het water de tijd krijgt om in de bodem te trekken. Maak eventueel een richeltje rond de stamvoet zodat het water niet te snel wegloopt. Blijf na de droogte nog een tijdje water geven.

 

Je kan de boomspiegel ook bedekken met een mulchlaag, bij voorkeur van goed verteerde compost of stalmest. Het organisch materiaal in de mulchlaag gaat verdroging tegen. De laag mag ruim 5 cm dik zijn, maar hou wel 30 cm rond de stamvoet vrij.

 

Vraatschade

Schade door wilde dieren of vee komt regelmatig voor. Denk daarbij aan:

  • hazen of konijnen die de bast van je boompjes schillen en twijgen afbijten
  • reeën die veegschade aanbrengen aan de stam of takken en knoppen afbijten
  • woelmuizen en ratten die ondergrondse gangen graven en aan de schors, wortels en stamvoet vreten
  • je eigen vee dat schade veroorzaakt

 

De juiste wild- of veebescherming helpt heel wat ellende voorkomen. De soort hangt af van de wilde dieren of het vee waarmee je te maken hebt. Door de bomen regelmatig op schade te controleren, weet je welke bescherming je nodig hebt. Om schade door wilde dieren in te perken, kan je een vogelverschrikker plaatsen, tijdelijk (delen van) het perceel omheinen of een koker van kippengaas rond de stam plaatsen. Woelratten schrik je dan weer af door narcissen rond je boompjes te planten. De dieren houden namelijk niet van de geur van deze bloembollen.

 

Maaischade

Maaischade door bijvoorbeeld een bosmaaier of grasmachine herken je aan schade laag op de stam en een rafelige, losgekomen schors. Dit kan je makkelijk voorkomen door drie lage paaltjes in een driehoek rond de boom te plaatsen, op zo’n 20 cm afstand. Als je al andere boombescherming hebt, is dit niet nodig.

 

Aantasting door insecten

Schade door insecten herken je aan onregelmatige gaten in de bladeren of opgekrulde bladeren en misvormingen bij de scheutgroei. In een biodiverse boomgaard, met voldoende variatie qua structuren en soorten, ontstaat vanzelf een ecologisch evenwicht waardoor de schade door ziektes en plagen relatief beperkt blijft.

 

 

niet gevonden

wat je zocht?

stel hier jouw vraag